Op het kinderdagverblijf waar mijn dochtertje in het rond hupste keek ik naar de meute. Terwijl mijn jongste mijn borst leeg slurpte, genoot ik van de gemoedelijke chaos. Een meisje gaf een popje dat ze net had ondergestopt vol overgave een kus. Een groep jongens speelde tot mijn genoegen ook met poppen. Ze renden achter elkaar aan en zwiepten met de poppen alsof het zwaarden waren. De knul die een rake klap met een pop uitdeelde, bemachtigde een voorsprong op zijn maten.
Dit was het moment waarop ik van mijn geloof viel. Jarenlang had ik in de overtuiging geleefd dat mannen en vrouwen van hetzelfde zijn. Opvoeding zag ik als de bron van de verschillen die ik ook toen niet kon wegpoetsen. Mijn opvoeding zou beter zijn. Ik tikte mijn baby op haar rug om haar een boertje te ontlokken en het drong tot me door dat de verschillen tussen de seksen die ik hier zag er door de ouders niet ingeramd zijn. Had ik maar zoveel invloed, dacht ik er achteraan.
Ik had het door en ik ging zien dat vrouwen en mannen in alles van elkaar verschillen. Eten, sporten, hobby’s, oorlog voeren, seks; you name it. De verschillen zijn van alle tijden en van alle culturen. Ik vond een overtuigend bewijs voor het wezenlijke verschil tussen mannen en vrouwen in het bestaan van transgenders. Ontkennen van dit verschil is ontkennen van hun bestaan. Als ik op tv zie wat deze mensen doorstaan, vind ik het op zijn zachtst gezegd ongepast om hun gevoelens te bagatelliseren. Dan is er nog de groep mensen die genetisch geen man en geen vrouw zijn (je kent de discussie rond de Olympische spelen wel: mogen ze uitkomen als vrouw?). Zij vormen een levend bewijs voor het sekse verschil. Deze mensen worden als resultaat van de hormonen van hun moeder meestal opgevoed als vrouw. Ze zijn ronduit opgelucht als ze horen wat er speciaal is aan hun. Ze hebben zich altijd anders gevoeld dan anderen. Hoe kan dat als de verschillen tussen de geslachten een kwestie van opvoeding zijn?
Overtuigender dan deze argumenten is voor mij de stem van mijn intuïtie: die schreeuwt mij toe dat vrouwen verschillen van mannen en dat vrouwelijk dus bestaat. Mijn intuïtie vervolgt dat het van belang is om het onderscheid te maken tussen mannelijk en vrouwelijk, omdat vrouwen zich tekort doen als ze zich laten meten naar de mannelijke maat die onze samenleving domineert. Vrouwen dragen met de mannelijke norm een last omdat ze proberen te worden wie ze niet zijn. Het wordt hoog tijd om, als vervolg op de feministische beweging, het mannelijke en het vrouwelijke beide te honoreren. Einstein formuleerde de reden daarvoor prachtig toen hij zei: Ieder mens is een genie, maar als een vis wordt beoordeeld op zijn vaardigheid om in bomen te klimmen, zal hij zichzelf zijn hele leven als een mislukkeling beschouwen.